088 61 61 100

Nieuwe stap richting duidelijkheid?

Op 4 september 2015 heeft Advocaat-Generaal (A-G) Hammerstein zijn advies aan de Hoge Raad geformuleerd ten aanzien van de behandeling van het Kind Gebonden Budget (KGB) in de berekening van kinderalimentatie; gepubliceerd op 10 september jl..

Hoe zat het ook alweer?

Per 1 januari 2015 is de Wet Hervorming Kindregelingen in werking getreden, wat onder meer met zich meebrengt dat alleenstaande ouders bovenop het oorspronkelijke KGB een alleenstaande ouderkop kunnen krijgen. Die tegemoetkoming kan op verschillende manieren benaderd worden. Je kunt het zien als een bijdrage in de kosten van kinderen maar ook als tegemoetkoming voor ouders. Sinds 2013 vindt de Expertgroep alimentatienormen ten aanzien van het KGB dat dit een onderdeel uitmaakt van de kinderkosten. Het KGB werd per januari 2013 dus in mindering gebracht op het eigen aandeel van de ouders in de kinderkosten en de resterende kinderkosten werden door de ouders gedragen.

Toen de alleenstaande ouderkop werd geïntroduceerd was dat als ‘kop’ op het KGB. De Expertgroep geeft aanbevelingen en richtlijnen “voor een eenvormige praktische invulling van de wettelijke maatstaven behoefte en draagkracht” en heeft zich in dat kader uitgelaten over de wijze waarop met de alleenstaande ouderkop zou moeten worden omgegaan bij de berekening van kinderalimentatie. In haar rapport van januari 2015 heeft de expertgroep de aanbeveling gedaan om het gehele kind gebonden budget in mindering te brengen op de behoefte. Tot zover de aanbeveling…

Gezien de hoogte die de alleenstaande ouderkop kan bereiken had deze aanbeveling in veel gevallen grote gevolgen voor de hoogte van (bestaande en nieuw vast te stellen) alimentatie. De vraag ontstond al snel of dit geen onbedoelde en ongewenste gevolgen waren. In sommige gevallen dekte het KGB de gehele kinderkosten en hoefde de alimentatieplichtige ouder in het geheel niet meer bij te dragen. Met dit neveneffect zou overigens rekening gehouden zijn.

Als je uit gaat van de benadering dat bijdragen voor kinderen bedoeld zijn voor de kinderen en ook aan kinderen moeten worden besteed, is het standpunt van de Expertgroep niet onbegrijpelijk. Als kinderen bijvoorbeeld volgens de tabellen € 500,- kosten en de verzorgende ouder (in het vervolg gemakshalve ’de moeder’) ontvangt een KGB inclusief alleenstaande ouderkop van € 300,- dan zou er mogelijk ineens € 800,- beschikbaar kunnen zijn voor de kinderkosten. De kinderkosten zijn en blijven echter € 500,-. In dit voorbeeld kan die € 500,- worden opgebracht uit een bijdrage van de overheid, een bijdrage van de vader en een bijdrage van de moeder. Vader en moeder dragen dan naar rato van draagkrachten bij in de resterende € 200,-.

De aanbeveling van de expertgroep heeft tot alimentatiewijzigingsprocedures geleid waar in veel gevallen is aangesloten bij de aanbevelingen, wat geleid heeft tot lagere bijdragen van alimentatieplichtige ouders. Een aanbeveling zou echter geen aanbeveling zijn als daarvan niet zou kunnen worden afgeweken. En met name dat laatste heeft tot onrust geleid. Zo kon het gebeuren dat een alimentatieplichtige ouder in bijvoorbeeld Den Haag onder vrijwel gelijke omstandigheden een hogere bijdrage zou moeten (blijven) voldoen dan een alimentatieplichtige ouder in bijvoorbeeld Den Bosch. Voor- of tegenstander van de aanbevelingen van de expertgroep: dat moeten we met z’n allen niet willen. En zo is het maandenlang onzeker geweest hoe een individuele rechter zou gaan beslissen.

Die onzekerheid en ongelijkheid heeft geleid tot vragen aan de Hoge Raad en in afwachting van het oordeel van de Hoge Raad blijven de aanbevelingen zoals ze zijn.

Conclusie A-G

En nu heeft dus de A-G zijn visie gegeven op het geheel. De A-G wijkt af van de aanbevelingen. Zijn standpunt houdt kort samengevat in dat ouders primair verantwoordelijk zijn voor de kosten van hun kinderen en niet de staat. Het mag daarom in zijn ogen niet zo zijn dat een tegemoetkoming van de overheid in de plaats komt van de verantwoordelijkheid van de ouders en al zeker niet ten faveure van één van beide ouders, zijnde de ‘niet-verzorgende’ ouder. Voor zijn vele overwegingen en afwegingen verwijs ik naar de volledige tekst, via bijgaande link te raadplegen.https://www.rechtspraak.nl/Organisatie/Hoge-Raad/Nieuws/Pages/Kindgebonden-budget-niet-in-mindering-op-kosten-kind.aspx

Hij beschouwt in zijn conclusie het KGB inclusief de alleenstaande ouderkop als inkomensondersteunende maatregel en meent dat in dat kader het volledige KGB als een tegemoetkoming moet worden gezien die bij het inkomen moet worden opgeteld van ouder die het KGB ontvangt. In de alimentatieberekening zal dit dus tot een iets hogere draagkracht van de verzorgende ouder leiden, die naar rato van draagkracht moet bijdragen in de kinderkosten.

In het voorbeeld: de totale kinderkosten van € 500,- (en dus niet € 200,-) worden door beide ouders gedragen naar rato van draagkrachten en moeder heeft nu een iets hogere draagkracht doordat haar inkomen verhoogd wordt met het KGB.

Wat de expertgroep en de A-G gemeen hebben is dat zij allebei geen onderscheid willen maken tussen alleenstaande ouderkop en het oorspronkelijke KGB en het KGB niet willen opsplitsen. Dit zou niet alleen een totaal andere verdeling van de kinderkosten met zich meebrengen ten opzichte van  de aanbeveling van de expertgroep van januari 2015, maar ook een wijziging ten opzichte van de aanbeveling van 1 januari 2013.

Het oordeel van de Hoge Raad laat nog op zich wachten. Dit zal uiteindelijk duidelijkheid geven, maar ook weer onrust onder ouders die met alimentatie te maken hebben.  

Kortom: niets staat stil, alles is in beweging…