088 61 61 100

Partneralimentatie: oog voor de nuances

Is partneralimentatie nog wel van deze tijd? Vaak dacht ik van niet, maar die opvatting vloeide voort uit een bevoorrechte positie. Ik groeide op met het credo: een slimme meid is op haar toekomst voorbereid: de slogan uit een campagne van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het doel van deze campagne was om meisjes te stimuleren een vak te leren om later in hun eigen levensonderhoud te kunnen voorzien en economisch onafhankelijk te zijn.

Nu weet ik dat dit doel in Nederland niet voor iedereen de regel is. Zolang er nog traditionele rollenpatronen zijn waarbij het een keuze van beide partners is dat één van hen - ik zal steeds gemakshalve “de man” zeggen, maar het kan evenzeer andersom zijn - betaald werk buitenshuis doet en de ander, dus gemakshalve “de vrouw” voor het huis en voor de kinderen zorgt, zal dit de noodzaak van een reële levensonderhoudsbijdrage in stand houden.

Ook bij tweeverdieners liggen de inkomens niet altijd gelijk en is dit inkomensverschil een gevolg van een keuze. Soms wil de man niet minder gaan werken en is het automatisch de vrouw die parttime gaat werken.

Kan afschaffing van partneralimentatie een boost geven aan de arbeidsparticipatie van de vrouw? Uit het oogpunt van risicomanagement bijvoorbeeld. Je weet immers nooit of een relatie stand houdt en zonder vangnet moet je dus wel zorgen dat je je eigen broek kunt ophouden.

Al jarenlang streeft de politiek naar herziening van het systeem maar tot dusver is er nog geen nieuwe wet. Aan de wetsvoorstellen kleven nog te veel haken en ogen. Het wetsvoorstel dat nu behandeld wordt voorziet nog wel in partneralimentatie, maar – in veel gevallen – van kortere duur en ook op een andere basis.

Huidig systeem partneralimentatie

Op dit moment kan bij ontbinding van een huwelijk of geregistreerd partnerschap partneralimentatie worden opgelegd of afgesproken. De wettelijke alimentatieduur bedraagt in beginsel maximaal 12 jaar. De hoogte van de alimentatie wordt bepaald door de huwelijksgerelateerde behoefte. De grondslag voor het betalen van partneralimentatie is de lotsverbondenheid die een huwelijk met zich meebrengt.

Uiteindelijk maximeert de draagkracht het bedrag. Bovendien is het uitgangspunt dat de alimentatiegerechtigde niet méér te besteden heeft dan de alimentatieplichtige. Als het goed is, wordt dit door middel van een zogenoemde jusvergelijking in een alimentatieberekening gecheckt en waar nodig rechtgetrokken.

Wetsvoorstel partneralimentatie

De lotsverbondenheid is in de nieuwe alimentatie wetgeving niet meer de grondslag voor partneralimentatie. Solidariteit lijkt in zijn algemeenheid vluchtiger te zijn geworden in onze maatschappij. Maar moet je dit op deze manier ook in de wet bekrachtigen? Lotsverbondenheid wordt in de huidige maatschappij toch juist steeds belangrijker met het oog op de afbrokkeling van de verzorgingsstaat?

Op de website van de Overheid vind je meer inhoudelijke informatie over de Wet herziening partneralimentatie.

Wederzijdse lotsverbondenheid tijdens en na het huwelijk

Enige nuancering is wel op zijn plaats. Want welk controversieel onderwerp je ook aansnijdt, de excessen kleuren de beeldvorming. Én het zijn vaak de goeden die onder de kwaden moeten lijden. Dus ook op het huidige systeem is nogal wat aan te merken.

Torenhoge alimentatie

Wanneer je jarenlang een torenhoge alimentatie betaalt aan een ex-partner die al lang een nieuwe partner heeft, maar bewust niet officieel gaat samenwonen omdat het bestedingspatroon zo wel erg plezierig is, dan is dat uitermate frustrerend.

Huwelijk als loopbaan

Evenals iemand het huwelijk beschouwt als een loopbaan waarmee zonder veel inspanning een uitgavenpatroon ontwikkeld kan worden dat ook na het huwelijk nog jarenlang in stand moet worden gehouden, gaan je haren recht overeind staan.

In de hierboven omschreven situaties is de (meest)verdienende partner verplicht vanuit de lotsverbondenheid van het huwelijk te betalen, terwijl de minstverdienende partner op geen enkele manier meer rekening houdt met de belangen van de ander.

Medewerking

Wanneer je bijdraagt om de ander niet in een zwart gat te laten vallen na een scheiding mag je van de andere partij toch ook medewerking verwachten wanneer jij arbeidsongeschikt wordt of in de WW komt? Medewerking aan een (tijdelijke) verlaging van de bijdrage wordt echter in veel gevallen niet verleend.

In geval de ex-partner het meldt wanneer er sprake is van samenwonen met een nieuwe partner of als anderzijds de urgentie voor een bijdrage in het levensonderhoud er niet meer is; bijvoorbeeld als diegene de hoofdprijs in de staatsloterij gewonnen heeft of eenvoudigweg zelf voldoende inkomen genereert, zal dit ook veel beter vallen.

Eenrichtingsverkeer

Eenrichtingsverkeer is in intermenselijke verhoudingen altijd vervelend. Het mooiste is wanneer je elkaar over en weer fatsoenlijk blijft behandelen. En niet alleen als er kinderen zijn. Je hebt ooit om elkaar gegeven en het is niet verplicht om dat volledig te laten omslaan in haat en nijd.

Verlies van respect en begrip

Het verlies van respect en begrip voor de ander is in mijn ogen meer het probleem dan de wettelijke regeling van de partneralimentatie: een regeling die een verantwoordelijkheid meegeeft aan een ex-partner na een innige verbintenis in plaats van die verantwoordelijkheid in veel gevallen op de maatschappij af te wentelen.

Participatiewet

Nog altijd zal in veel gevallen waarbij de partneralimentatie stopt of niet wordt toegekend een beroep worden gedaan op de Participatiewet: de bijstand. Wanneer je samen kinderen hebt gekregen, kun je je toch een betere uitgangspositie voor je kinderen voorstellen, lijkt me, mits er alternatieven zijn uiteraard.

In mijn volgende blog ga ik dieper in op het thema: wederzijdse afhankelijkheid tijdens het huwelijk. Voor nu wens ik al mijn lezers een fijne én zorgeloze zomer toe.