088 61 61 100

In mijn vorige blog Partneralimentatie: oog voor de nuances gaf ik u mijn visie op het huidige systeem van partneralimentatie. In deze blog ga ik dieper in op het aspect wederzijdse afhankelijkheid tijdens het huwelijk.

Wederzijdse afhankelijkheid tijdens het huwelijk

Wederzijdse afhankelijkheid tijdens het huwelijk is een belangrijk aspect bij partneralimentatie. Tijdens het huwelijk wordt nog regelmatig in goed overleg besloten dat een van de partners minder gaat werken of stopt met werken wanneer er kinderen komen. Die partner doet vaak minder betaald werk. Dat betekent zeker niet dat zij of hij verder helemaal niets doet of bijdraagt.

Alles in huis, voor de kinderen en voor de partner in goede banen leiden wordt niet beloond maar is doorgaans onbetaalbaar. Vaak stelt dit nu juist de andere partner in staat om te floreren en het inkomen te genereren dat beide partijen in staat stelt een bepaalde levensstandaard te hebben. Hoe makkelijk kan dit achteraf vergeten worden.

Maar ga er maar eens aan staan in de opbouwfase van een bedrijf of met een veeleisende baan om naar dokters, logopedisten, orthodontisten en schoolmeetings te gaan, te overhoren, kleding te kopen, allergieën te managen, op te halen, weg te brengen, eten op tijd klaar te hebben enzovoorts. Had iemand net zo succesvol kunnen zijn als al deze taken of zelfs het uitbesteden van deze taken nog bovenop de workload waren gekomen?

Samen hebben mensen iets opgebouwd en dan zou na het huwelijk die opgebouwde welstand niet meer belangrijk zijn? “We woonden riant, maar ik hoef geen lotsverbondenheid meer te voelen, dus dat moeder en de kinderen zich slechts drie hoog achter kunnen permitteren in een kind-onvriendelijke buurt, dat maakt niet uit.”? Overigens maakt het wetsvoorstel wel onderscheid tussen korte en langduriger huwelijken.

Einde partneralimentatie

Twaalf jaar recht op partneralimentatie. Het lijkt heel lang en dat is het ook, maar de tijd gaat snel en uiteindelijk komt de dag dat betaling ophoudt: wat dan? In heel schrijnende gevallen kan een verlenging van de alimentatieduur worden verzocht aan de rechter, maar dan moet er wel echt iets bijzonders aan de hand zijn wil de rechter die verlenging uitspreken.

In de meeste gevallen houdt het dus ineens echt op na een x-aantal jaar. Dat kan 12 jaar zijn, maar ook eerder, bijvoorbeeld bij een kinderloos huwelijk dat niet langer dan vijf jaar heeft standgehouden. Dit dwingt je om tijdig actie te ondernemen.

De vraag is ook wat het met je doet om nog zo lang financieel afhankelijk te zijn van iemand anders, waarbij je niet de positieve ervaringen en gevoelens beleeft die je hebt als je zelf je broek kunt ophouden.

Leg je de verantwoordelijkheid voor jouw financiële situatie bij een ander en blijf je 12 jaar thuis zitten, dan slinken je kansen op de arbeidsmarkt, terwijl er vaak nog flink wat jaren te overbruggen zijn. Wanneer de betalingsplichtige plotseling overlijdt, heb je niets.

Misbruik tegengaan

Als je kijkt naar de realiteit is het echt allemaal niet zo zwart-wit. In alle gevallen spelen de omstandigheden een grote rol. Veelal is er geen sprake van onwil, maar lukt het ook echt niet om weer aan het werk te komen.

Wat in mijn ogen dus met name prioriteit heeft, is het tegengaan van misbruik van de huidige partneralimentatiewetgeving. In veel gevallen is de huidige regeling wel degelijk reëel en is er ook zelfs geen weerstand bij de alimentatiebetaler om bij te dragen. Zo kan het ook.

Er wordt zelfs nog wel gekozen voor een verlengde alimentatieduur, bijvoorbeeld om een periode tot aan de verevening van de pensioenen te overbruggen. Binnen de huidige wet bestaan voldoende mogelijkheden om tot reële regelingen te komen.

De hoogte en de duur van de bijdrage kunnen beperkt worden en in de loop van de tijd kan een bijdrage ook worden aangepast. Er kan een regeling worden getroffen waarbij de eerste jaren een hogere bijdrage wordt voldaan die vervolgens stapsgewijs verminderd wordt.

De rechter kan binnen het huidige systeem de alimentatiegerechtigde motiveren om zelf actie te ondernemen en niet achterover te leunen. Op grond van een wijziging in de omstandigheden kan de alimentatie tussentijds worden aangepast.

Onvrede over een bepaalde regeling kent meestal een heel voortraject. Als een rechter iets heeft opgelegd dan is dat een gevolg van een verzoek en een verweer waarin twee partijen lijnrecht tegenover elkaar zijn komen te staan en waarbij de standpunten al extremer zijn ingezet. Als je het voor elkaar krijgt om met elkaar om de tafel te gaan dan kun je deze escalatie voorkomen en een maatwerkoplossing tot stand brengen waar je je allebei goed bij voelt.

Overleg leidt tot betere regeling

Bij kennismakingsgesprekken stel ik vaak de vraag aan vrouwen althans alimentatiegerechtigden hoe zij tegen partneralimentatie aankijken. Heel vaak wordt gezegd dat zij liever (zo snel mogelijk) onafhankelijk zijn, dat zij 12 jaar wel heel erg lang vinden of dat het eigen inkomen toereikend is om van te leven al is dat aanzienlijk lager dan dat van de man.

Binnen deze groep zal echter een deel na verloop van tijd verharden. Dit als gevolg van handelingen of een reactie van de man, althans alimentatieplichtige. Wie met een milde houding binnenkomt en de volgende dag bij de supermarkt staat en niet kan pinnen omdat de rekening geblokkeerd is of na jarenlange “trouwe dienst” bikkelhard te horen krijgt dat het om het even is of zij in de goot terecht komt, wordt vanzelf minder redelijk.

Een alimentatieplichtige die begint met de gedachte dat hij het redelijk vindt om alimentatie te betalen, een redelijk voorstel doet en als reactie krijgt dat het onderste uit de kan nog niet genoeg is, raakt zijn welwillendheid ook snel kwijt.

De voordelen van een overlegsituatie en een redelijke communicatie zijn ook als het over partneralimentatie gaat groot:

    • geef allebei precies aan waar je behoefte of probleem ligt: je kunt pas zoeken naar maatwerk als je uitspreekt wat je (niet) wilt;
    • spreek bij overeenkomst een maximale alimentatieduur af, korter dan de wettelijke termijn of langer;
    • neem een regeling op over samenwonen met een meldplicht waartegenover staat dat als het samenwonen binnen een afgesproken periode toch niet lukt de alimentatie herleeft;
    • spreek af dat bij toename van de eigen inkomsten de alimentatie lager wordt;
    • neem een afbouwregeling op.

Lukt het om in overleg te treden, dan komt hier in de meeste gevallen een regeling uit waar beiden mee kunnen leven. En dat geldt zowel onder de huidige wetgeving als onder de toekomstige wet. Hoe die er ook uiteindelijk uit komt te zien.

Wederzijdse afhankelijkheid tijdens het huwelijk bij partneralimentatie: een belangrijk aspect om even goed bij stil te staan. Laat je deskundig informeren, want dat kan een hoop leed voorkomen. Family Matters in Schiedam helpt je graag goed op weg.